Kwetsbaar
Laatst maakte ik een werk waar ik niet ‘blij’ mee was, maar wel ‘blij’.

Blij is niet altijd het goede woord
‘Kunst en creativiteit maken mij blij’ zeg ik regelmatig. En dat is ook heus zo. En als ik merk dat ik dat enthousiasme kan overdragen op anderen dan vind ik dat helemaal geweldig.
Toch schuurt het een beetje.
Want blij is lang niet altijd het goede woord.
Ik ben soms woest en grof bezig, in volle concentratie ook nog! Mijn emoties krijgen ruim baan als ik creatief aan de slag ga.
Opkroppen van emoties geven je stijve schouders, pijnscheuten in je hartstreek en zeer veel hoofdpijn. Je raakt er gehard van en op slot. Zo is het bij mij in ieder geval.
Het uit zich bij jou wellicht anders. Maar ik verwacht dat iedereen zal beamen dat emoties opkroppen niet goed is voor mensen.
Jezelf open zetten
Door met je handen aan het werk te gaan en daar af en toe een stukje gedachte of een idee bij te laten, zet je jezelf open. En dan krijgen emoties ook ruimte. Dat wat jou fascineert krijgt sneller een plek op je doek of in je kunstwerk. Daar waar je over mijmert of steeds weer op kauwt, dát komt uit je handen.
Via kunst en creativiteit kun je situaties en gebeurtenissen in je leven langzaam (of sneller) accepteren of een plekje geven. Je kunt dingen verwerken. Je kunt zelfs nieuwe inzichten opdoen en ineens begrip krijgen voor een ander!
Kamerscherm
Mijn laatste kunstwerk maakte ik voor een kamerscherm. Dat werk dat ik aan het begin van dit blog noemde. Waar ik niet ‘blij’ mee ben, maar wel ‘blij’. Ik maakte het dus voor een kamerscherm – en juist een kamerscherm is een mooi symbolische vorm voor het afschermen van… kwetsbaarheid.
Dat had ik me nog niet gerealiseerd toen ik aan de slag ging hoor.
Ik wilde een kop maken, een portret.
Ik houd van surrealistisch en soms een verwarrend perspectief. Ik zocht naar inspiratie, maar kwam geen portretten tegen. Talloze gitaren vond ik!
Mijn broer
Voor mij staat muziek gelijk aan mijn broer. Met name gitaarsolo’s en rock. Is het een totaal ander genre, ook dan denk ik gewoon aan mijn broer. In mijn zoektocht naar inspiratie voor het kamerscherm kon ik niet om muziek heen. En dus is mijn broer het onderwerp van het drieluik.
Een muzieksleutel, een gitaar en een portret van hem. Het maken van dit drieluik raakte mij enorm, ik voelde me geweldig kwetsbaar. En boos, ontzettend boos en gefrustreerd.
Want mijn broer is twee jaar geleden overleden. En daar ben ik nog niet over uit. Ik ben nog steeds op zoek – wanhopig – naar hoe we dat kunnen terugdraaien. Reken maar dat ik met woeste halen de plukken merinowol lostrok en dat mijn tranen opgenomen zijn in het plaksel dat ik gebruikte om het werk te doordrenken alvorens het wolpapier te persen. Een kwetsbaarder en dunner wolpapier dan deze drie stuks voor het kamerscherm, had ik nog niet eerder gemaakt.
Kwetsbaar
Driemaal kwetsbaar dus.
Het kamerscherm, het ragfijne wolpapier en ik, de maker van de voorstelling.
En toch ben ik al met al ‘blij’ dat ik het maakte, ‘blij’ met het stukje rouwproces en ‘blij’ met het resultaat.